Het (vrouwen)wielrennen leeft!
2022 is een goed jaar voor het wielrennen. Na 2 jaren met een aangepaste kalender door Corona, is dit jaar de kalender weer zoals hij was. En voor vrouwen is de kalender zelfs weer een stukje mooier geworden, want de vrouwen Tour de France is terug van weggeweest. Het (vrouwen)wielrennen leeft! En de Tour was een groot succes. De ASO heeft een mooi event neergezet, het peloton heeft elke dag mooie koersen laten zien en nog nooit was een vrouwenwedstrijd zo goed bezocht.
Daarnaast trok ook het EK wielrennen op de weg en op de baan in München veel publiek. Ook in Nederland is het wielrennen weer erg populair. De Vuelta voor mannen startte kortgeleden in Nederland, en 3 dagen lang stond het vol met publiek langs de kant van de weg als de renners passeerden.
Natuurlijk hoop ik dat dit de volgende generatie stimuleert om ook te gaan wielrennen. Ik kijk bijvoorbeeld met veel trots naar de wielervereniging waar ik ben begonnen, WV de Stormvogels. Al tijden heeft de club een enthousiaste jeugdafdeling met veel animo voor de weg en de mountainbike. De verplaatsing naar de nieuwe wielerbaan en het nieuwe clubhuis aan de Langeleegte, in het stadion van BV Veendam was dan ook erg welkom. De club draaiende houden is de verdienste van de vele vrijwilligers die zich inzetten voor de club.
Maar als een jonge renster of renner net als zijn of haar idool naar de Tour de France, dan hebben ze een lange weg af te leggen. Cruciaal daarin is natuurlijk vlieguren maken. Wedstrijden fietsen en daarvan leren en beter worden. Daarnaast is wedstrijden rijden natuurlijk ook het allerleukste om te doen, daarvoor train je natuurlijk. De allerjongste jeugd rijdt vaak wedstrijdjes op afgesloten (club)parcoursjes. Maar naarmate ze ouder worden, worden er ook klassiekers verreden op openbare wegen. Dit vergt qua organisatie natuurlijk veel meer. Van vrijwilligers, verkeersregelaars en ook de politie, die met motoren de wedstrijden begeleidt en de wegen van de koers vrijhoudt. Dit wordt echter steeds vaker een probleem.
Je moet ineens rekening houden met de windrichting, je leert in waaiers rijden. Tactisch moet je ook de juiste keuzes maken.
Het rijden van deze wedstrijden is wel erg belangrijk in de ontwikkeling van renners. Ik herinner met mijn eerste echte ‘klassieker’ nog; Kleine Hein. Een koers van 70km over klinkerwegen en door het veld, dat voelde als het echte werk. Totaal anders dan heel veel rondjes van een paar kilometer lang rijden door een dorp heen. Je moet ineens rekening houden met de windrichting, je leert in waaiers rijden. Tactisch moet je ook de juiste keuzes maken. Want welke passages zijn cruciaal? En waar kun je juist energie sparen? Wanneer en wat moet je eten? In Criteriums ben je hier minder mee bezig dan in de klassiekers. Het gat van de junioren naar de elites is al enorm groot, en met een gebrek aan koerskilometers wordt die stap alleen maar groter. Ik hoop dus dat al die mooie klassiekers nog lang verreden kunnen worden.
Het is mooi dat het wielrennen nu zo leeft in ons land, maar ik hoop ook dat de jonge renners die nu geïnspireerd worden, straks net zo kunnen genieten als ik dat nu doe.